Categorie: Reportage

  • STATION DEINZE

    STATION DEINZE

    Reportage

    Opdracht: een reeks van een twintigtal foto’s in en rond de stationsbuurt van Deinze. Geen plek die zich gemakkelijk laat kennen, maar wel eentje die iets vertelt als je goed kijkt.

    Een buurt vol contrasten: leegstand waar ooit bedrijvigheid was, kale parkings die wachten op beweging, achtertuinen die fluisteren van verleden en toekomst, en het imposante stationsgebouw dat alles lijkt te overzien. De architectuur verraadt iets van de functie, maar ook van de stilte die erop volgde. Geen chaos, geen drukte , enkel sporen van passage.

    Ik was er in de late voormiddag, een tijdstip waarop de buurt z’n adem inhoudt. Alsof iedereen net vertrokken was: de straten leeg, de winkels gesloten, de ramen blind. En toch: overal fietsen in de rekken. Stilzwijgende getuigen van leven dat net verdwenen is. De afwezigheid is voelbaar, bijna tastbaar. Het is in die tussenruimte dat ik fotografeer.

    Er hangt een soort rust, maar ook een belofte. De buurt toont zich in haar overgang: niet per se mooi, maar wel echt. Elk beeld vertelt een klein verhaal over wat er was, wat blijft, wat op het punt staat te veranderen.

    Ik ga zeker terug. ’s Morgens vroeg, als de eerste pendelaars verschijnen en de dag zich nog niet heeft uitgesproken. Of ’s avonds, wanneer de lichten aanflakkeren en de stilte een andere kleur krijgt. Want deze buurt toont zich anders op elk uur, en elke foto vangt een andere adem.

  • ANTWERPEN

    ANTWERPEN

    antwerpen vierkant

    Reportage

    De trein vertrok om acht uur ’s morgens vanuit Deinze. Nog een beetje slaperig, maar met een camera die stond te popelen. De rit naar Antwerpen-Centraal is op zich al een kleine ontsnapping uit de routine: drie uur heen en terug, tijd genoeg om uit het raam te staren, mensen te observeren, en in stilte voorpret op te bouwen. Want treinreizen, zeker wanneer je doel fotografie is, voelt altijd een beetje als een mini-vakantie met visuele beloftes.

    Antwerpen lag daar dan, bruisend maar niet gehaast. Een stad die zich niet opdringt, maar net als een goede foto: wacht tot jij haar ziet. Van het station wandelde ik richting Groenplaats, liet me meevoeren door het geroezemoes en sloeg vervolgens linksaf, de Hoogstraat in, richting Fotomuseum. Niet gehaast, niet op jacht, maar gewoon in beweging, met open blik en een tikkeltje nieuwsgierigheid. 
    Langs de kaaien, waar het licht speelt op het water en de stad even lijkt te ademen, gleed de route verder naar ’t Eilandje. Daar, tussen oude pakhuizen en moderne lijnen, is het alsof beelden zich vanzelf aandienen. Je hoeft ze niet achterna te zitten,  ze komen je tegemoet. Een schaduw die net goed valt, een voorbijganger met een verhaal in zijn blik, een hond die besluit diagonaal door het beeld te wandelen alsof hij wist dat de compositie dat nodig had.

    Zes uur lang dwaalde ik door Antwerpen met enkel mijn camera en een lichte tred. Geen lijstje, geen plan, enkel de stad en wat zij die dag wilde tonen. De klok tikte, maar voelde irrelevant. En tegen zes uur stapte ik terug de trein op, vermoeid maar voldaan, met een kaart vol beelden die niet gevangen zijn maar op bezoek mochten komen.

    Heerlijk. Gewoon heerlijk.

  • THUIS BIJ G. EN M.

    THUIS BIJ G. EN M.

    Compositie met voordeur en bloemenbak

    Reportage

    Afstudeerproject: Een huis vol geloof en eenvoud

    Ergens verscholen achter een gevel van amper vijf meter breed, waar de bel het al jaren niet meer doet, hangt een handgeschreven papiertje: “Gelieve met de brievenbus te klepperen.” Hier wonen M. en G., in vrijwillige armoede, eeuwige zuiverheid en volkomen gehoorzaamhei, zoals het staat omschreven op een vergeeld vel papier aan hun muur. Niet uit noodzaak, maar uit overtuiging. Hun geloof vraagt het van hen. En zij geven alles.
    Elke dag wandelen ze naar de kerk, in stilte, om te bidden. En voor de momenten daartussen heeft G. een kapel in de tuin gebouwd. Niet met luxe, maar met gekregen materiaal, planken, stenen, resten van anderen die hier een nieuwe bestemming vonden. Want geld is schaars, maar devotie kent geen limiet. 
    In diezelfde tuin hebben ze ook kamers gebouwd, een veilige plek voor wie nergens heen kon. Nu, met het ouder worden, hebben ze die zorg moeten loslaten. De wil is er nog, maar het lichaam werkt niet meer altijd mee. Ze worden moe. Maar ze hebben hun hemel wel verdiend.
    Volgend jaar willen ze ook minder groenten kweken. Het is te veel geworden, zegt G. zachtjes, terwijl hij naar de aarde kijkt. Maar jij komt toch eten, hé Toni? Want hun tafel blijft open. Altijd.