Boedapest

PORTRETTEN ONDERWEG

Geënsceneerde fotografie is absoluut mijn ding niet. Geen gestileerde portretten in strak belichte studio’s waar elke blik geregisseerd wordt en elk hoofd een opdracht krijgt: “Kijk eens wat meer naar links, hou je hoofd zo, richt je ogen naar mij, kin een tikje hoger…” Nee, daar haak ik af. Die aanpak voelt voor mij geforceerd, onnatuurlijk — alsof het beeld al vóór de klik beslist is en de spontane magie er niet toe doet.
Ik voel me veel meer aangetrokken tot het onverwachte, het ongeplande moment dat zich aandient zonder instructie. Een fotogeniek hoofd dat toevallig voor mijn lens verschijnt — daar blijf ik voor staan, daar druk ik op de knop. Dat soort puurheid, dat soort toevallige schoonheid, daar draait het voor mij om. De echte beelden gebeuren niet omdat ze geregisseerd zijn, maar omdat ze zich laten vangen zoals ze zijn: rauw, echt, ongekunsteld.
Ik hoef geen controle over elke millimeter, ik wil ruimte geven aan wat komt. Want foto’s mogen best een beetje ruw zijn, een beetje eigenwijs — als ze maar kloppen voor wie ze toont.