Menu
Onze reis begon zoals het hoort: met een lichte overdosis zon en geschiedenis. Een cruise op de Nijl, de levensader van Egypte, is als tijdreizen in slow motion. We voeren langs eeuwenoude tempels, wuivende palmen en vissers die vriendelijk zwaaiden alsof we hun lang verloren neven waren. Op het dek werd thee geserveerd in glaasjes die verdacht warm bleven, ondanks de wind.
Onderweg stopten we bij indrukwekkende sites: Kom Ombo, Edfu, en natuurlijk Luxor, waar elke steen lijkt te fluisteren over farao’s, goden en architecten met veel geduld. Terwijl het schip zachtjes gleed over het water, werden we zelf een beetje filosofisch. Al was dat misschien gewoon de hitte.
Dan: de Aswandam. Een gigantisch bouwwerk dat het water temt alsof het een eigenzinnige huisdier was. We tuurden, leerden, en probeerden de schaal te vatten. Spoiler: dat lukte niet echt, maar de ijsthee bij het bezoekerscentrum hielp.
En ja hoor , daar kwam het hoogtepunt, letterlijk: een tochtje met de luchtballon bij zonsopgang. Met bibberende knieën (niet door de hoogte, maar van de koffie om 4 uur ’s ochtends), stegen we langzaam op. De wereld werd stil. Onder ons lagen tempels, velden, dorpen… alsof Egypte zijn geheimen vanuit vogelperspectief onthulde. En toen de zon de horizon rood kleurde, besloten we collectief dat we best een paar traantjes waard waren.
Kortom: Egypte gaf ons een rivier vol verhalen, een dam vol macht en een ballon vol magie. En zand. Altijd zand.