Auteur: Toni De Groof

  • VIETNAM

    VIETNAM

    Vietnam (03)

    Toni De Groof

    Na een landing in Hanoi stortten we ons in het straatleven alsof we auditie deden voor een rol in een Aziatische versie van Fast & Furious: scooter-edition. We vergaapten ons aan koloniale gebouwen, tempels én eten dat zó lekker was dat we even overwoogden ons paspoort op te eten, puur uit dankbaarheid.
    Daarna op weg naar Halong Bay, waar drie dagen op een boot ons leerde dat mist, regen en zeewater samen een soort spa maken. Mét zes man bemanning die kookten alsof ze streden om een Michelinster op open water. Zwemmen tussen karstformaties, staren naar de horizon alsof we filosofen waren en ’s avonds luisteren naar het klotsende water. We waren nat, maar voldaan.

    Op naar het noordwesten: Sapa. Daar wandelden we langs terrasvormige rijstvelden en ontmoetten traditionele bergvolkeren die ons vriendelijk aankeken alsof ze wisten dat we geen idee hadden hoe men rijst werkelijk oogst. Op de markt kochten we kruiden waarvan we nog steeds niet weten of je ze hoort te eten of te planten.
    In Lao Cai, vlak bij de Chinese grens, stonden we op een brug en keken uit over China, dat net daar lag, mysterieus en uitnodigend. We wisselden blikken en besloten: ja hoor, daar gaan we ooit ook naartoe. Het voelde als een trailer voor een vervolgfilm.

    Dan een binnenlandse vlucht naar Ho Chi Minh City, waar we weer middenin een zinderende smeltkroes van verkeer, koloniale architectuur en streetfood belandden. En alsof het land ons nog een afscheidscadeautje gaf, maakten we een boottocht over de Mekong-delta, met mangroves, drijvende dorpen, en eenden die ons aankeken alsof ze de ware eigenaar waren van de delta.
    Zo draaide Vietnam voor ons uit op een smaakvolle, soms natte, vaak verwarrende en altijd wonderlijke reis. Met lekker eten, verrassende uitzichten en herinneringen die langer meegaan dan onze muggenbeten.
    Cảm ơn tất cả những người Việt Nam thân thiện vì những món ăn ngon tuyệt.

  • ANDALUCIA

    ANDALUCIA

    SONY DSC

    Toni De Groof

    Ah, onze rondreis door Andalusië, een zinderende cocktail van cultuur, paprika, berglucht en zonnecrème. We trokken van Málaga naar Granada, een traject dat begint met strandbries en eindigt met bergkruiden.
    In de Sierra Nevada wandelden we alsof onze longen wisten wat ze misten. Bergpaadjes, vergezichtjes, en wellicht een paar geiten die ons aankeken met een lichte wenkbrauwfrons. Daarna wachtten de wonderen van het Alhambra, waar elk plafond zich afvroeg waarom moderne gebouwen nog steeds kiezen voor systeemplafonds. Arabische pracht, paleistuinen, fonteinen, zelfs de muren leken poëzie te fluisteren.

    In Córdoba sloeg de sfeer om: flamenco! Zwoele klanken, voetstampen als mini-aardbevingen en zangers die zingen alsof hun hart net is gebroken én opnieuw in brand gezet. De Mezquita stond daar als een spirituele remix van steen, moskee én kathedraal in één, alsof religies besloten tot een steigerend compromis.
    Dan kwamen we aan bij Casa Luna. Rust. Een plek waar de tijd even lui gaat zitten en zijn sandalen uitschopt. Tussen het riet, onder een zon die met spotlight-ambities scheen, zagen we onze eerste boomkikkertjes. Zo klein, zo groen, zo acrobatisch. Eerlijk? Betere modellen dan de meeste mensen. Ze poseren zonder klagen, springen zonder overleg, en passen perfect in het decor.

    Vervolgens gingen we richting Sevilla, bijgenaamd “braadpan van Europa.” Daar waar de temperatuur niet zakt, maar klimt met ambities. We wandelden onder bougainvillea’s, kregen spontaan respect voor airco’s en besloten dat elke stadsverkenning recht had op een siësta. Gelukkig is de stad zó mooi, dat we vergaten dat we langzaam veranderden in gegrilde toeristen.
    Uiteindelijk reden we terug naar Málaga, zwaaiden nog even naar de zee voordat we de auto inleverden, en keerden terug naar België. Een beetje gebruind, een beetje vermoeid, en volledig voorzien van verhalen over kikkers, flamenco, Moorse paleizen en de absolute heiligheid van airconditioning.

  • RAJASTHAN

    RAJASTHAN

    rajasthan_11

    Toni De Groof

    Rajasthan, een reis door kleur, cultuur en klauwen

    De reis begint in het levendige hart van India: New Delhi. Een stad waar traditie en technologie elkaar ontmoeten in een kluwen van riksja’s, heilige koeien en geurige markten. De zintuigen worden onmiddellijk wakker. Vanuit deze bruisende metropool start een tocht die je meeneemt naar het land van de koningen, Rajasthan, een wereld van forten, zandduinen en verhalen.

    Met een vriendelijke Sikh chauffeur, zijn tulband fier en glimlach aanstekelijk, rijd je richting het platteland, waar de wereld stil wordt. Je verblijft in de ecolodge “Apana Dani”, een oase van rust tussen de droge vlakten. Je wordt wakker met het geluid van pauwen in de verte, en ontbijt onder de zon met vers fruit en chapati. In de omliggende dorpjes ontdek je eeuwenoude muurschilderingen die het leven van de lokale bevolking verbeelden in heldere kleuren en symbolen, dansende vrouwen, mythologische figuren, rituelen die tot de verbeelding spreken.
    In een van die dorpen ontmoet je Aga, een gastvrije vrouw met een keuken vol geuren. Tijdens een kookles leer je hoe je linzensoep kruidt, hoe naan luchtig blijft, en hoe je chai maakt die voelt als een warme knuffel. Aga lacht, vertelt, roert en nodigt uit. Haar recepten zijn verhalen op zich.

    Daarna reis je naar Ranthambore National Park, waar de natuur fluistert en beweegt. En daar, aan de rand van een klein meertje, tussen het riet, verschijnt ze. Een tijgerin, gracieus en kalm. Achter haar spelen twee welpjes aan de oever, dartelend alsof ze een scène repeteren uit een vergeten sprookje. De moeder stijgt langzaam via een sierlijke stenen trap naar een verweerd prieel en nestelt zich in de schaduw, haar blik op haar kroost. Het tafereel is zó betoverend dat je de aanwezigheid van Kipling bijna voelt, alsof je door een pagina van The Jungle Book wandelt, zonder dat je je voeten verplaatst.

    In Agra wacht tenslotte de Taj Mahal. Het witmarmeren mausoleum glanst zachtroze in het ochtendlicht, als een droom die langzaam ontwaakt. Gebouwd door Shah Jahan voor zijn geliefde Mumtaz Mahal, is het niet alleen een symbool van liefde, maar ook van eeuwigheid. Elke hoek, elk perspectief onthult een nieuw gezicht, en elke bezoeker wordt even stil van zo veel schoonheid. Hier eindigt de reis, met verwondering, zachtheid en een herinnering die zich vastzet in hart en hoofd.

  • LISBOA

    LISBOA

    lisboa_30

    Toni De Groof

    Ah, Lissabon — die zonnige stad aan de Taag waar je camera niet weet waar eerst te kijken en je buik voortdurend roept: “Nóg een pastéis de nata, alsjeblieft!” 
    Begin je ontdekkingstocht bovenop het kasteel van São Jorge, waar je uitkijkt over de stad als een middeleeuwse koning — alleen dan zonder kroon, maar hopelijk met zonnebril. Van daar wandel je zo Alfama in, een wijk die voelt als een tijdreis met flarden fado-muziek, wapperende waslijnen en katten die zich niets aantrekken van je fotogenieke intenties.
    Vergeet ook de statige Belem-toren niet, die ooit de zee in de gaten hield maar nu vooral toeristen lokt met zijn sierlijke stenen. Het is de selfieplek bij uitstek, zolang je geen zeemeeuw op je hoofd krijgt.
    En ja hoor: de tram 28. Lissabon’s versie van een achtbaan op rails. Houten banken, piepende bochten, en uitzicht waar zelfs de meest cynische reiziger stil van wordt. Probeer wel niet te glimlachen met open mond tijdens het rijden, tenzij je iets hebt met insecten.
    Laat je smaakpapillen los op gegrilde sardines, dampende visstoofpotjes en natuurlijk die iconische roomtaartjes die kraken onder je vork — en ja, nog eentje kan echt geen kwaad.
    Duik vervolgens de gotiek in bij de kathedraal van Lissabon en eindig je dag in het Eduardo VII-park, waar fonteinen spetteren en de stad zich rustig voor je uitstrekt als een ansichtkaart.
    Kortom, Lissabon is geen stad die je bezoekt — het is een stad die je omarmt, een beetje door elkaar rammelt, en je achterlaat met een volle geheugenkaart en een lichte obsessie voor gebak. 

  • BOLIVIA

    BOLIVIA

    bolivia_9

    Toni De Groof

    Onze reis naar Bolivia begint in Samaipata, een charmant dorpje waar de tijd iets trager lijkt te tikken en de locals hoogstens drie woorden Spaans per minuut spreken. 
    De frisse berglucht en de geur van versgebakken empanadas waren onze eerste zegeningen, gevolgd door een ontmoeting met Bert, een Nederlandse Boliviaan met het charisma van een marktkramer en de terreinvaardigheden van een Formule 1-coureur op gravel. Zijn trouwe 4×4, een bonkend monster op wielen, bracht ons van de valleien naar de pieken alsof we deelnamen aan een gemotoriseerde lama-race.
    Onderweg naar Sucre werden we getrakteerd op landschappen zo divers dat je zou denken dat Bolivia het decor van vijf verschillende landen had gestolen: regenwoud, mistige bergpassen en kurkdroge vlakten vol cactussen.
    Het weer? Tja… Bolivia bood het hele spectrum: zon die je liet zweten als een churro in olie en stortregens die je om een reddingsvest deden verlangen.
    In Sucre, dat witte pareltje in de bergen, werden we weer mens onder de mensen, met douches die werkten en koffie die niet smaakte alsof hij eerder als motorolie had gefungeerd. En ja hoor – dezelfde 4×4 bracht ons weer veilig terug, al deed hij onderweg een imitatie van een stofzuiger met astma.
    Kortom: een tocht door Bolivia is niet gewoon een reis, het is een cursus in aanpassingsvermogen.