SONY DSC

ANDALUCIA

Ah, onze rondreis door Andalusië, een zinderende cocktail van cultuur, paprika, berglucht en zonnecrème. We trokken van Málaga naar Granada, een traject dat begint met strandbries en eindigt met bergkruiden.
In de Sierra Nevada wandelden we alsof onze longen wisten wat ze misten. Bergpaadjes, vergezichtjes, en wellicht een paar geiten die ons aankeken met een lichte wenkbrauwfrons. Daarna wachtten de wonderen van het Alhambra, waar elk plafond zich afvroeg waarom moderne gebouwen nog steeds kiezen voor systeemplafonds. Arabische pracht, paleistuinen, fonteinen, zelfs de muren leken poëzie te fluisteren.

In Córdoba sloeg de sfeer om: flamenco! Zwoele klanken, voetstampen als mini-aardbevingen en zangers die zingen alsof hun hart net is gebroken én opnieuw in brand gezet. De Mezquita stond daar als een spirituele remix van steen, moskee én kathedraal in één, alsof religies besloten tot een steigerend compromis.
Dan kwamen we aan bij Casa Luna. Rust. Een plek waar de tijd even lui gaat zitten en zijn sandalen uitschopt. Tussen het riet, onder een zon die met spotlight-ambities scheen, zagen we onze eerste boomkikkertjes. Zo klein, zo groen, zo acrobatisch. Eerlijk? Betere modellen dan de meeste mensen. Ze poseren zonder klagen, springen zonder overleg, en passen perfect in het decor.

Vervolgens gingen we richting Sevilla, bijgenaamd “braadpan van Europa.” Daar waar de temperatuur niet zakt, maar klimt met ambities. We wandelden onder bougainvillea’s, kregen spontaan respect voor airco’s en besloten dat elke stadsverkenning recht had op een siësta. Gelukkig is de stad zó mooi, dat we vergaten dat we langzaam veranderden in gegrilde toeristen.
Uiteindelijk reden we terug naar Málaga, zwaaiden nog even naar de zee voordat we de auto inleverden, en keerden terug naar België. Een beetje gebruind, een beetje vermoeid, en volledig voorzien van verhalen over kikkers, flamenco, Moorse paleizen en de absolute heiligheid van airconditioning.